De asiminabomen (of pawpawbomen), bekend als paw paws in het Engels, kunnen op twee manieren worden gekweekt: uit zaad en door het enten van gekloonde variëteiten. Elke methode heeft zijn voor- en nadelen, die essentieel zijn om te begrijpen voor elke liefhebber of professional in de teelt van deze fruitboom.
Geënte Asiminaboom
De gekloonde variëteiten zijn kopieën van een oorspronkelijke boom met gewenste eigenschappen, zoals een goede smaak, een laag zaadgewicht en een hoge productie. Deze eigenschappen worden behouden door enten op een nieuwe onderstam. Deze vermeerderingsmethode, die meer dan 2000 jaar oud is, wordt gebruikt voor vele fruitbomen.
Voordelen:
1. Voorspelbaarheid: Met gekloonde cultivars weet je precies wat je krijgt. De vrucht zal zeer vergelijkbaar zijn met die van de oorspronkelijke boom (afhankelijk van de lokale omstandigheden kan de vrucht variëren)
2. Kwaliteit van de Vrucht: De cultivars worden geselecteerd vanwege hun superieure vruchten, die vaak groter en smakelijker zijn, met minder zaden (vlees/zaad verhouding)
3. Snelheid van Productie: Geënte bomen produceren sneller fruit dan bomen uit zaad.
Nadelen :
1. Kosten: Gekloonde cultivars kunnen duur zijn (groeitijd, handmatig entwerk...)
2. Beperkte Genetische Diversiteit : Clonen hebben een beperkte genetische diversiteit, wat hen kwetsbaarder kan maken voor ziekten.
Asiminaboom uit Zaad (Planten uit Zaden)
In tegenstelling tot vruchten zoals appels of peren, neigen asiminabomen uit zaad meer op hun ouders te lijken, hoewel variaties altijd mogelijk zijn.
Voordelen :
1. Diversiteit : Zaden zorgen voor genetische variabiliteit, wat gunstig kan zijn voor de verbetering van de soort.
2. Kosten : Het kweken van asiminabomen uit zaad is over het algemeen goedkoper dan het kopen van gekloonde cultivars. Het kopen van bewezen zaailingen is ook goedkoper.
3. Aanpassingsvermogen : Zaailingen kunnen zich beter aanpassen aan hun lokale omgeving.
4. Robuustheid : Zaailingen zijn over het algemeen robuuster en vestigen zich beter in de bodem (een vaak gedeelde observatie in gematigde klimaten, buiten hun natuurlijke habitat in de VS).
5. Levensduur : Ze hebben een langere levensduur en een langere productieduur dan geënte asiminabomen.
Nadelen :
1. Variabiliteit : De vruchten kunnen aanzienlijk variëren in kwaliteit en grootte.
2. Tijd tot Rijpheid: Planten uit zaad hebben ongeveer 7 jaar nodig om te bloeien en vruchten te produceren (hoewel sommige telers deze bewering soms tegenspreken).
Conclusie
De keuze tussen zaailingen en geënte asiminabomen hangt af van de doelen van de teler. Als de kwaliteit en voorspelbaarheid van de vrucht prioritair zijn, worden gekloonde variëteiten aanbevolen. Voor degenen die een goedkopere aanpak verkiezen en bereid zijn om te experimenteren met variabiliteit, zijn zaailingen een haalbare optie. In beide gevallen blijft de asiminier een fascinerende fruitboom die een plek verdient in tuinen en boomgaarden.
Bronnen
Deze observaties zijn afkomstig van onze eigen waarnemingen in de kwekerij en ook van forums of Facebook-groepen..